Van 5 naar 120 koeien melken per anderhalf uur
Het beroep van melkveehouder is in honderd jaar wezenlijk veranderd. Vader en zoon Post over blijven boeren met aanpassingen en nieuwe regels. ‘Je moet ambitieus blijven.’
Uit de kalverstal op de Vosmaathoeve bij Hoogeveen klinkt zacht geloei. Een kalf met grote fluwelen hertenoren kijkt het bezoek nieuwsgierig aan. ‘Dit is een kruising met Brown Swiss, een heel sterk, gezond Zwitsers runderras’, vertelt melkveehouder Frank Post. Iets verderop staat een pasgeboren kalfje met opvallende oogvlekken aan een speen te zuigen. ‘Een Montbéliarde’, zegt Post.
Sinds enkele jaren kruisen Frank Post (40) en zijn vrouw Ilona (38) hun Holstein-koeien met allerlei andere runderrassen, zoals Zweeds Roodbont, het roodbonte Fleckvieh en het vleesras Belgisch Blauw. ‘We willen de genetische basis van onze veestapel verbreden. Ik geloof sterk in bloedspreiding’, zegt Post. ‘Het genenpatroon van die Holsteiners is erg beperkt. Om sterke, gezonde koeien met een langere levensloopproductie te krijgen, moet je kruisen met andere rassen. Zulke bastaarden zijn heel sterk, dat noem je het heterosiseffect. Ons fokbeleid is gericht op een ‘duurzame koe’: geen koe die topproductie levert en snel versleten is, maar een die lang en gezond leeft. Zweedse fokkers selecteren al veel langer op gezondheid en een hoge levensproductie.’

Een koe krijgt op tweejarige leeftijd haar eerste kalf. Daarna komt de melkproductie op gang. Veel melkkoeien gaan al op vier- of vijfjarige leeftijd naar het slachthuis, omdat ze versleten zijn. Ze zijn onvruchtbaar, chronisch kreupel of krijgen uierproblemen. Dat is niet duurzaam en economisch gezien is zo’n korte productiefase na een lange opfokfase een minpunt. Een tijdlang konden boeren bij uierontsteking en andere veeziekten het onbenutte deel van hun melkquotum verhuren aan collega’s die hun melkquotum dreigden te overschrijden, maar in 2015 is het melkquotum afgeschaft. ‘Dat maakt diergezondheid extra belangrijk’, zegt Post. ‘Bovendien kost de verzorging van zieke dieren veel tijd.’
We lopen langs de eendenvijver naar de grote stal, waar zo’n 120 melkkoeien en een stuk of twintig droogstaande koeien aan hun kuilvoer knabbelen. Twee topzware dames staan op het punt om af te kalven. Hond Nala, een Rhodesian ridgeback, loopt kwispelend mee. In de blinkend geschrobde melkstal kunnen 22 koeien tegelijk worden gemolken. ‘Mijn vader had vijf koeien en molk die met de hand in anderhalf uur’, vertelt Cor Post (73). ‘Toen we een melkmachine kregen, molk ik 25 koeien in anderhalf uur. En nu heeft mijn zoon een melkstal en melkt 120 koeien, nog steeds in anderhalf uur.’
Elf kinderen
Aan de keukentafel vertellen drie generaties Post over vroeger, nu en straks. ‘Wij waren thuis met elf kinderen’, vertelt Post senior. ‘Mijn vader had in Vriezenveen zo’n traditioneel Twents gemengd bedrijf. Wat akkerbouw, koeien, kippen, varkens. In 1969 heb ik het overgenomen. Eigenlijk wou ik ontwikkelingswerker worden, maar mijn vijf oudere broers hadden stuk voor stuk al een ander vak gekozen en mijn vader vond het een verschrikkelijk idee dat de boerderij niet zou worden voortgezet. De eerste jaren had ik ook slachtpluimvee, maar ik had veel meer liefhebberij in de koeien.’

De stal, een veldschuur, gebouwd rond 1900, was oorspronkelijk een potstal, waarin de mest de hele winter werd opgepot. Omstreeks 1940 werd hij verbouwd tot grupstal, waarbij de mest in een gootje wegstroomt. In 1970 volgde een verbouwing tot ligboxenstal, waarin de koeien vrij rondlopen. Toen zoon Frank ook boer wilde worden, kocht de familie Post in 1996 een goed verkaveld bedrijf met een nieuwe stal in Nieuweroord, bij Hoogeveen. ‘Dat gaf een enorme boost aan de bedrijfsontwikkeling’, vertelt Frank.
Fokbeleid
Het bedrijf, ruim 40 hectare, strekt zich achter de hoeve uit tot de bosrand aan de horizon. De zorg voor het jongvee berust bij Ilona. ‘Je eerste zorg is om ze in leven te houden en vervolgens om ze gezond te laten opgroeien.’ Dankzij die goede zorgen en een fokbeleid, waarin gezondheid voorop staat, daalde de kalversterfte op dit bedrijf naar 5 procent, tegen 11 à 12 procent landelijk gemiddeld.
Frank en Ilona kennen elkaar van de middelbare agrarische school. ‘We hebben allebei de opleiding veehouderij gevolgd en kunnen allebei alle taken aan, al doet Frank in de praktijk meer technisch werk en ik meer administratie.’
‘Sterke, gezonde koeien met een langere levensloopproductie, krijg je door te kruisen met andere rassen’

Harm Evert Waalkens
oud-politicus, oud-lid raad van toezicht WUR, veehouder
‘Zelf zijn wij begin jaren zeventig, geïnspireerd door Mansholt, in Oldambt met vijf bedrijven een maatschap begonnen en naar zeshonderd koeien en zo’n vijftien man personeel gegroeid. Er waren maar drie van die grote bedrijven in Nederland en met Wageningse onderzoekers spraken we over zaken als management, gebouw inrichting en te volgen stappen. Door dalende melkprijzen en stijgende loonkosten is de maatschap begin jaren tachtig ontbonden, met hulp van de rekenmeesters van Wageningen Economic Research.’
‘We gingen verder met tweehonderd koeien en een schuld – dan leer je hard werken. In 1994 zijn we met ons vleesvee en in 1998 met ons melkvee omgeschakeld naar biologisch, daar ben ik best trots op. En ook toen kwamen er onderzoekers over de vloer. Voor de toekomst vind ik het belangrijk dat WUR zich blijft mengen in het maatschappelijk discours. Wetenschap levert feiten, geen meningen.’
In de moderne melkveehouderij zijn nitraatuitspoeling vanuit de mest naar het grond- en oppervlaktewater, fosfaat ophoping in de bodem en ammoniakemissies naar de lucht belangrijke thema’s. Al in 1986 stelde de Wet bodembescherming grenzen aan het onbeperkt uitrijden van mest op boerenland, in 1991 volgde de Europese nitraat richtlijn met normen voor maximale waterverontreiniging met nitraat. Nederlandse boeren kregen echter toestemming om meer mest uit te rijden, zolang de uitspoeling van nitraat op hun bedrijf onder de normen van de richtlijn bleef.
In april 2018 vergadert de Europese Commissie over verlenging van deze uitzonderingspositie. Ook op het gebied van fosfaatuitstoot via de mest zijn regels opgesteld, vanwege de mogelijke schade aan flora en fauna. Doordat Nederland sinds het afschaffen van het melkquotum de Europese normen overschrijdt, geldt sinds begin dit jaar een stelsel van fosfaatrechten voor melkveehouders.
Mineralenmanagement
De familie Post probeert al jarenlang om de kringloop van stikstof en fosfaat op het bedrijf steeds beter sluitend krijgen door een goed mineralenmanagement. ‘We telen maïs voor onze eigen dieren en zetten de mest weer op het bouwland af ’, vertelt Frank Post. Zijn vader begon hier al eind jaren tachtig mee. In drie jaar tijd bracht hij de stikstofoverschotten op zijn bedrijf met ruim 40 procent terug. ‘Goed voor het milieu en voor de portemonnee’, zegt Post senior.
Hij koos voor automatische krachtvoerverstrekking, waarbij de computer elke koe aan haar halsband herkent. Zij krijgt dan precies de juiste hoeveelheid krachtvoer, nauwkeurig afgestemd op haar melkproductie. Dan komt ze niets te kort, er wordt geen krachtvoer verspild en er komen geen onnodige mineralenoverschotten in de mest terecht.
Mestinjecteur
Eind jaren tachtig kwam ook de mestinjecteur, die mest rechtstreeks in de bodem spuit, zodat er geen ammoniak verdampt. ‘Dat hadden we gezien bij Aver Heino, toentertijd een proefbedrijf van Wageningen’, vertelt Post senior. ‘Daar bezochten we twee keer per jaar open dagen. Dan hoorde je de nieuwste onderzoeksresultaten en zag je de nieuwste machines. Ik vind het een groot goed dat de Nederlandse overheid haar boeren altijd met raad en daad heeft gesteund. Dat drieluik van onderzoek, onderwijs en voorlichting is voor onze land- en tuinbouw van onschatbare waarde geweest.’

Hans Huijbers
Voorzitter ZLTO
‘Wageningen heeft via de rekenmeesters van Wageningen Economic Research, de innovaties – van grupstal naar drijfmest, van paard naar tractor – en het OVOdrieluik veel bijgedragen aan de ontwikkeling van de veehouderij. De afgelopen tien, twintig jaar is Wageningen uitgegroeid tot een universiteit met wereldfaam. Maar ik zou graag zien dat WUR er meer voor de sector was, met aandacht voor de energietransitie, de bodemtransitie, klimaatadaptatie en hoe weg te komen van chemie en drijfmest.’
Sinds 2000 is de familie Post actief in het programma Koeien & Kansen. Daarin werkt Wageningen Livestock Research samen met zestien ‘voorlopers’. Deze melkveehouders registreren al hun bedrijfsgegevens en delen die met onderzoekers en collega’s. De onderzoekers gebruiken deze gegevens om in beeld te krijgen wat nu de èchte gewasopbrengsten, de èchte voeding en de èchte mestproductie zijn geweest. Ze analyseren de data om de mineralenkringloop sluitend te krijgen.
Koeien & Kansen
Dankzij Koeien & Kansen zijn beleidsinstrumenten ontwikkeld zoals BEX, een programma om de mestproductie van de melkveestapel mee te berekenen, en de Kringloopwijzer, die de mineralenkringloop op een bedrijf in beeld brengt. Vanaf 2027 moeten melkveehouders ook voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water. Binnen Koeien & Kansen wordt nu een Bedrijfswaterwijzer ontwikkeld. De deelnemers testen het softwareprogramma en mogelijke maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren.

Milieudoel
Frank Post :‘De kunst is om maatregelen te zoeken die effectief en haalbaar zijn. Zoals mestvrije zones langs de slootranden, betere drainage, opvang van erfwater, stuwen in sloten, goed drinkwater, een goed vanggewas bij de maïs. Maar zodra je een milieudoel hebt behaald, worden de eisen opgeschroefd. Je moet ambitieus blijven.’ Daarnaast zijn er discussies over weidegang en dierenwelzijn, bescherming van weide- en akkervogels en niet te vergeten de broeikasproblematiek.
De melkveehouderij moet emissies van lachgas, CO2 en vooral ook methaan gaan beperken, bijvoorbeeld door aanpassingen in het veevoer. ‘Thema’s die Wageningen op de onderzoeksagenda heeft staan, lopen vijf tot tien jaar voor op de praktijk, dat vind ik wel mooi’, zegt Frank Post. Vader Post werkt nog steeds mee, maar maakt ook zijn oude droom waar. Voor het Programma Uitzending Managers (PUM) reist hij de wereld rond om zijn kennis van de landbouw met boeren uit arme landen te delen.
Boer zijn is geen baan, maar een manier van leven
Ook de volgende generatie Post helpt volop mee op het bedrijf. Abel (16), de oudste van de vier kinderen, wil het liefst verder in de geitenhouderij; zijn broer Merijn (14) wil straks melkvee en ook wat vleesvee houden. Abel: ‘Ik denk dat technologie de komende jaren een speerpunt wordt. Je zult steeds meer op je mobiel kunnen doen.’ Merijn: ‘Luchtkwaliteit en het welzijn van de koe zullen meer aandacht krijgen. En je moet steeds efficiënter gaan werken en meer automatiseren.’ Cor Post werkte vroeger 70 uur per week. Frank en Ilona Post doen dat nog steeds en Abel en Merijn zullen het ook wel blijven doen. Boer zijn is geen baan, maar een manier van leven.
Achtergrondfoto: Shutterstock/ Illustraties: Steffie Padmos

Grondlegger van de moderne rundveefokkerij is de Wageningse hoogleraar veefokkerij Rommert Politiek (1926-2014). Al vanaf de jaren vijftig bekritiseerde deze Friese boerenzoon het gangbare fokkerijbeleid, waarbij stieren van het Friese stamboekvee vooral op uiterlijk werden geselecteerd. De mooiste, breedste stieren, liefst niet te hoog op de poten, werden op de keuring kampioen.
Op de melkproductie van hun dochters werd niet gelet. Politiek toonde aan dat deze aanpak er onbedoeld toe leidde dat de Friese stamboekkoeien steeds kleiner werden en minder melk gingen geven. Het Friese melkvee bleek flink achterop geraakt bij de Amerikaanse Holsteinkoeien die puur op melkproductie waren geselecteerd.
In 1970 begon Politiek op proefboerderij de Minderhoudhoeve in Flevoland een grootschalig vergelijkend onderzoek. Hij zette een nieuw fokkerijbeleid in, gericht op melkproductie, een hoger eiwitgehalte in de melk – belangrijk voor de kaasmakerij – en een hogere melksnelheid van het vee.
Inmiddels zit de melkkoe met zo’n 30 liter melk per dag aan haar plafond. Langzamerhand gaan fokkers dan ook weer op zoek naar een duurzame ‘dubbeldoelkoe’ die lang en gezond leeft en veel melk èn vlees oplevert.